De uitgangspunten voor de rioolheffing zijn beschreven in het Gemeentelijk rioleringsprogramma 2022-2026 (GRP) zoals dat in januari 2022 door de raad is vastgesteld.

De rioolheffing is bedoeld als dekking voor de kosten van aanleg, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke voorzieningen bedoeld voor inzameling en transport van afval- en hemelwater. Ook de negatieve gevolgen van grondwateroverlast worden beperkt met de inkomsten uit de rioolheffing. De opgave in het klimaatadaptief maken van de stad speelt een steeds grotere rol.

In het GRP is aangegeven dat het tarief de komende jaren stabiel blijft en alleen wordt gecorrigeerd voor indexering en door areaalaccres. Het areaalaccres houdt min of meer gelijke tred met de toename van het aantal percelen dat wordt aangeslagen voor de rioolheffing en heeft dus een beperkte invloed op de ontwikkeling van het tarief. Uitgangspunt bij de rioolheffing is 100% kostendekking. Eventuele tekorten of overschotten worden verrekend met de daarvoor gevormde voorziening. Door investering in maatregelen voor klimaatadaptatie klopt bovenstaand niet meer helemaal. In het MJOP worden deze maatregelen geprogrammeerd. De kapitaallast die hieruit ontstaat leidt tot verhoging van de heffing.

De volgende zaken werken door in de tariefstelling voor 2026:

• De prijs- en loonindexering op de lasten is toegepast zoals aangegeven in de begrotingsrichtlijnen. Dit levert een toename van de lasten op met

      € 209.000 (2025: €200.500);    

• De renteomslag over de investeringen is gedaald naar 1,4% (2025: 1,7%);
• Het aantal huishoudens dat wordt aangeslagen is met 463 toegenomen (2025: 1396);  
• Het areaalaccres is bepaald op € 72.700 (2025: € 68.300);
• Kapitaallasten door Nieuwe investeringen uit MJOP stijgen met € 266.500.

De subsidieregeling voor afkoppelen van particulier dakoppervlakte wordt via de exploitatie van riolering en waterhuishouding gedekt. Hiervoor is dekking aanwezig van €50.000 per jaar. Vooralsnog wordt dit bedrag op begrotingsbasis gehandhaafd. Mocht er meer beroep op deze regeling worden gedaan waardoor een jaarrekeningtekort ontstaat dan kan dat tekort worden gedekt door te beschikken over de voorziening riolering.

Door de VNG is in september 2021 een nieuwe modelverordening Riool- en waterzorgheffing gepubliceerd. Deze biedt meer mogelijkheden voor de gemeente om te heffen voor haar gemeentelijke waterzorgplichten. Omdat de taken veel breder zijn dan de naam “Verordening Rioolheffing” doet vermoeden, wordt de naam van deze heffing aangepast in "Verordening riool- en waterzorgheffing" . De komende tijd wordt dit nader uitgewerkt, een voorstel tot aanpassing van de gemeentelijke verordening worden voorbereid en zal aan de raad worden aangeboden. “Bij het raadsvoorstel voor een aangepaste rioolheffing worden meerdere scenario’s gepresenteerd waarbij varianten worden uitgewerkt om de heffing te bestemmen voor de realisatie van duurzaamheidsdoelen en de dekking van de extra kosten als gevolg van klimaatverandering (wateroverlast en verdroging).”

Toelichting rioolheffing 2026 en begrotingsramingen

Om het basistarief te kunnen bepalen is een aantal elementen van belang. Uitgangspunt is de kosten in de primaire begroting. Hierop dienen die elementen in mindering te worden gebracht die niet (deels) via het basistarief worden gegenereerd.

Ter bepaling van het bedrag dat via het basistarief dient te worden gegenereerd worden de volgende kostenelementen in mindering gebracht:

Het geraamde aantal te belasten aansluitingen, gecorrigeerd voor wat betreft tarievendifferentiatie, ontheffingen en kwijtscheldingen bedraagt €46.489 (2025: €46.026). Dat is een toename met 463 ten opzichte van 2025. Om de kosten te kunnen dekken is een basistarief van €206,97 (2025: €197.76) noodzakelijk.

De specificatie van de totale baten is:

In verband met de technische eis dat het tarief deelbaar dient te zijn door 12 wordt voorgesteld het tarief vast te stellen op € 207,00. Het tarief stijgt daarmee met €9,24 ten opzichte van 2025. Dat is een stijging van 4,7% (2025: 3,2%).