Ontwikkelingen en conclusies
In de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en het jaarverslag wordt gerapporteerd over de actuele risico’s en het weerstandsvermogen.
Naast de reguliere risicomanagementprocessen in de gemeentelijke organisatie vindt tweemaal per jaar, bij begroting en jaarrekening, een inventarisatie plaats van het resterend risico. Resterend risico is niet meer redelijkerwijs op te vangen binnen de programma’s en kan tot een negatief rekeningresultaat leiden. De inventarisatie vindt plaats conform artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) die de medeoverheden verplicht om een inventarisatie te maken van de risico’s en het weerstandsvermogen. Deze wordt gebruikt om te beoordelen of de gemeente in staat is haar risico’s te dragen.
De paragraaf geeft aan hoe robuust de begroting is. Met het aanhouden en hebben van aandacht voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat substantiële risico’s dwingen tot extra bezuinigingen en/of noodzaken tot een bijstelling van beleid of de uitvoering taken. Deze paragraaf bevat een inventarisatie van de weerstandscapaciteit en de risico’s.
Uit de analyse in deze paragraaf blijkt ten opzichte van de vorige analyse een stijging van de risico's die de gemeente loopt. Ten opzichte van de jaarrekening 2024 zijn de maximale risico's met ruim €0,9 miljoen gestegen. De risico’s verbonden aan het project Zwaluwenburg en de grondexploitatie Diepenveen ’t Nijland zijn hierin de belangrijkste factoren. Daarnaast dalen de risico’s op de grondexploitaties Ludgeruskwartier en Winkelcentrum Keizerslanden.
Op basis van de actuele risicoanalyse, met een berekening van de kans van optreden en de mogelijke financiële gevolgen, wordt de benodigde weerstandscapaciteit ingeschat dat €12,7 miljoen (risicobedrag). Afgezet tegen een algemene reserve van €46,7 miljoen (geraamde stand per 1/1/26) is de weerstandsratio 3,8. Dit is ruim boven de minimumwaarde van 1,5. Deze minimumwaarde betekent een ondergrens voor de algemene reserve (en evt. stelposten) van €19 miljoen.
Met deze aanpassing wordt aan de beleidsuitgangspunten van het risicomanagement in Deventer voldaan. Deze paragraaf is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). In de financiële verordening (art. 22) is daaraan toegevoegd dat in de paragraaf ook informatie wordt opgenomen over het risicomanagement-proces, de wijze van bepalen van de bestanddelen van de beschikbare weerstandscapaciteit, de wijze van bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit, de bepaling van het weerstandsvermogen en de mate van toereikendheid daarvan en de beleidsgevolgen en de maatregelen die het college voorstelt bij een overschot dan wel tekort aan weerstandsvermogen. Voor een toelichting op het risicomanagementbeleid en de methode het weerstandsvermogen te berekenen wordt verwezen naar de beleidsnota Risicomanagement en weerstandsvermogen (2025). In deze paragraaf wordt de methodiek gevolgd uit deze nieuwe nota risicomanagement 2025.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit zijn de middelen die kunnen worden ingezet om de financiële gevolgen van opgetreden risico’s op te vangen. Deventer rekent de volgende componenten tot de beschikbare weerstandscapaciteit:
- De algemene reserve. Dit is het deel van het vrije vermogen waaraan de raad nog geen bestemming heeft gegeven.
- Onbenutte begrotingscapaciteit zijn delen van de begrote lasten waarvoor nog geen bestemming is. Dit zijn de posten onvoorzien en de stelposten zonder bestemming (bijvoorbeeld de stelpost autonome ontwikkelingen).
(stand 1/1/2026 - bedragen x €1.000) | ||
Element | Onderdeel | Waarde |
Algemene reserve | 46.772 | |
Onbenutte begrotingsruimte | Post onvoorzien | 283 |
Stelpost structurele autonome ontwikkelingen | 0 | |
Stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds) | 0 | |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 47.055 |
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is gebaseerd op het kwantificeren van de risico’s, het bepalen van de financiële omvang van het risico, om de effecten van beheersmaatregelen te ramen en om het weerstandsvermogen van de gemeente te kunnen inschatten. Een risico drukken we uit in een mogelijke gebeurtenis, we benoemen de oorzaken en gevolgen voor de gemeente. Om de risico’s te classificeren wordt gebruik gemaakt van de factoren waarschijnlijkheid en de verwachte impact. De verwachte impact wordt berekend door de maximale impact in te schatten, de effecten van (beheers)maatregelen die invloed hebben op de impact daarvan af te trekken. Zo blijft een ‘restrisico’ over.
In de risicokaart en de daaropvolgende tabel zijn de risico's met een risicoscore van 9 en hoger opgenomen. Daarvoor zijn de volgende risicoklassen en de gevolgklassen uit de nota risicomanagement 2025 gevolgd.
Waarschijnlijkheid (Kans)
Kans klasse Kans percentage
1 - Zeer klein <5%
2 – Klein 5-25%
3 - Niet klein/niet groot 25-50%
4 - Groot 50-75%
5 - Zeer groot 75-90%
Verwachte impact (Gevolg)
Gevolg klasse
1 - Zeer klein < €100.000
2 - Klein €100.000 < x < €500.000
3 - Significant €500.000 < x < €1.500.000
4 - Groot €1.500.000 < x < €3.000.000
5 - Zeer groot > €3.000.000
Meer informatie
Risicokaart
Risicokaart
Risico’s met een risicoscore van 9 of hoger
In deze risicokaart zijn de risico's opgenomen die worden toegelicht in de volgende tabel.
Gekwantificeerde risico's
De risico’s met een score ≥ 9 zijn in de tabel hieronder opgenomen. | |||||
Risico | Kans | Gevolg | Positie | Score | |
Sociaal Domein (3D's) | |||||
1 | Risico's overschrijdingen in de jeugdzorg - stijging van het volume als gevolg van het woonplaatsbeginsel en de stijging van de kosten voor de duurdere cliënten. | 50% | 3.000.000 | 3-4 | 12 |
BUIG | |||||
2 | Het risico dat het macro budget BUIG dat het Rijk vaststeld niet toereikend is en/of het aantal clienten dat in Deventer een beroep doet op de bijstand hoger is dan het aantal waarop het Rijk het BUIG budget voor Deventer bepaalt. Het eigen risico bedraag | 35% | 4.400.000 | 3-5 | 15 |
Bedrijfsvoering | |||||
3 | Het risico van een verstorende cyber-aanval. Door de toenemende digitalisering wordt zorgvuldig omgaan met de gegevens van burgers en organisaties steeds belangrijker. | 10% | 5.000.000 | 2-5 | 10 |
Jeugd en Onderwijs | |||||
4 | De uitvoering van de ontwikkeling van het gebied Zwaluwenbrug (fase 1) kent voor de gemeente ook de nodige onzekerheden. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan tegenvallende bouw- en civieltechnische prijzen en technische complicaties. | 50% | 1.000.000 | 3-3 | 9 |
Bedrijvenpark A1 | |||||
5 | Risico vertraging en netcongestie als gevolg van (te late) beschikbaarheid van de netwerken van Enexis. | 50% | 1.200.000 | 3-4 | 12 |
6 | De reconstructie van de N348 onzekerheid bestaat er over de omvang van de te maken kosten. Door de reconstructie komt de N348 mogelijk gedeeltelijk binnen het plangebied van het Bedrijvenpark A1 te liggen. | 30% | 1.800.000 | 3-3 | 9 |
7 | Aansluiting N348, Risico dat kavel opgeofferd moet worden. Over negatieve financiële effecten als gevolg van minder uitgeefbare grond zullen nadere afspraken gemaakt moeten worden met de Provincie. | 50% | 675.000 | 3-3 | 9 |
Ratio weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:
- De beschikbare weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken.
- De benodigde weerstandscapaciteit: alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Deventer rekent de volgende componenten tot de beschikbare weerstandscapaciteit:
- De algemene reserve. Dit is het deel van het vrije vermogen waaraan de raad nog geen bestemming heeft gegeven.
- Onbenutte begrotingscapaciteit zijn delen van de begrote lasten waarvoor nog geen bestemming is. Dit zijn de posten onvoorzien en de stelposten zonder bestemming (bijvoorbeeld de stelpost autonome ontwikkelingen).
De risico's worden geanalyseerd en per risico wordt een kans van optreden en een mogelijke financiële impact bepaald. Het is vrijwel zeker dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd zullen voordoen, of dat ieder risico zich in maximaal geschatte omvang zal voordoen. Om deze overschatting te voorkomen, maken we gebruik van de Monte Carlo simulatiemethode. De Monte Carlo simulatie is een techniek waarbij rekening wordt gehouden met de kans van tegelijk optredende risico’s. De Monte Carlo simulatie wordt uitgevoerd met een zekerheidspercentage van 95%. Dat betekent dat in 5% van de theoretische scenario’s de financiële gevolgen van de werkelijk opgetreden risico’s boven de berekende waarde uitkomt.
De weerstandsratio wordt als volgt berekend:
Berekening
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit
Norm uit de beleidsnota weerstandsvermogen 2025
Voor de weging van de uitkomst wordt de volgende indeling gevolgd:
Lager dan 1: Onvoldoende / Zeer kwetsbaar
Tussen 1 – 1,5: Matig / Minimale dekking
Tussen 1,5 – 2: Voldoende / Gezonde dekking
Hoger dan 2: Ruim voldoende / Ruime dekking
Op basis van deze indeling is een weerstandsratio van 1,5 de ondergrens.
Uitkomst deze begroting
De actuele waarden voor deze berekening:
Beschikbare weerstandscapaciteit (reserves + stelposten) = €47,1 miljoen
Benodigde weerstandscapaciteit (risico's) = €12,7
Dit leidt tot een ratio weerstandsvermogen van 47,1 / 12,7 = 3,7.
Conclusie
Een weerstandsratio is een ruim voldoende om alle risico's op te vangen. Bij de huidige risico's en een minimale weerstandsratio van 1,5 is de ondergrens €19 miljoen voor de algemene reserve (en evt. stelposten).
Algemene risicogebieden
De risico's die zijn vermeld in deze paragraaf tellen mee in de berekening van het weerstandsvermogen en de specifieke weerstandsreserve. Daarnaast zijn er risico's die op een andere manier worden beheerst. Dit zijn risico's waar een andere reserve of budget voor beschikbaar is, en risico's die niet zijn gekwantificeerd en waar de marge van een weerstandsratio van 1,5 voor nodig is. Voorbeelden van gekwantificeerde risico's die niet vallen onder de afdekking met de specifieke weerstandsreserve:
- Slim Warmtenet Zandweerd. Hiervoor is een afzonderlijke risicoanalyse en reserve ingesteld.
- Winstgevende grondexploitaties: als deze risico's zich voordoen worden deze ten laste gebracht van de grondexploitatie zonder dat hierdoor de financiën wordt belast. Pas als de grondexploitatie geen winstmarge kent, zal een optredend risico leiden tot een hogere verliesvoorziening die leidt tot een nadeel in de jaarrekening.
- Risico dat verwachte opbrengsten van de Marke Noord niet volledig wordt gerealiseerd. Deze opbrengsten worden ingezet ter dekking van de kapitaallasten nieuwbouw school de Marke Zuid.
- Risico's binnen programma leefomgeving kunnen worden opgevangen binnen het programma, zoals de problematiek rondom worteldruk, kosten reconstructies, onderhoudskosten.
- Risico's gebiedsontwikkeling en bovenplanse infrastructurele voorzieningen kunnen worden opgevangen met bestemmingsreserves.
- Risico's verbonden partijen worden in de desbetreffende paragraaf behandeld.
- Risico's van hogere bouwkosten bij grote projecten (onderwijshuisvesting, Scheg, Podiumkunsten, kunstwerken) waar kredieten voor beschikbaar zijn gesteld worden binnen het krediet opgevangen.
Naast risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden waar geen reserves of budgetten tegenover staan. Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd. Voor het opvangen hiervan zijn algemene weerstandsbudgetten en begrotingsresultaten die dekking kunnen bieden. Hieronder vallen onder andere:
- Algemene uitkering
- BTW/BCF (ontwikkelingen en plafond BCF);
- Leegstand onroerende panden en andere risico's van vastgoed in eigendom;
- Restauratie monumentale panden;
- Garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
- Te ontvangen subsidies (kans op terugvordering door niet voldoen aan de subsidievoorwaarden);
- Energielasten gemeente breed.
Risico's Verbonden partijen
Deelneming aan een verbonden partij kent financiële -, bestuurlijke - en beleidsinhoudelijke risico’s. De diversiteit in de verschillende verbintenissen (gemeenschappelijke regelingen, deelneming in vennootschappen met aandelenbezit en/of verstrekte leningen / garanties) levert onderscheid in de risico’s op. De te onderscheiden risico’s vereisen verschillende aandacht. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is algemene informatie en specifieke informatie opgenomen voor vorming van een beeld van het financiële risicoprofiel.
Wanneer (op grond van een concrete gebeurtenis) bij een bepaalde verbonden partij een risico wordt voorzien dat zou kunnen leiden tot een verlies op het ingebrachte kapitaal, de verstrekte lening of garantie of indien het leidt tot een verplichting (en het risico is kwantificeerbaar), dan zal daarvoor weerstandsvermogen worden aangehouden of een voorziening worden gevormd.
Aan de informatie over de verbonden partijen ontlenen wij in algemene zin geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s bij verbonden partijen weerstandsvermogen moet aanhouden. Daarbij baseren wij ons mede op de accountantsrapporten die bij de jaarrekeningen 2024 van verbonden partijen worden afgegeven waarin de accountant aandacht besteedt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering en actuele financiële informatie vanuit vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen.
In de tabel hieronder zijn de verbonden partijen opgenomen waarin Deventer een geactiveerd financieel belang heeft en de omvang daarvan per 31-12-2024.
(bedragen x €1)
Verbonden partij | Deelneming | Lening | Garantie |
NV Centrumgarage Deventer | 39.552 | - | - |
Het Groenbedrijf BV | 30.000 | - | - |
NV Sportbedrijf Deventer | - | 11.469652 | 357.860 |
NV Bergkwartier | 1.561.004 | - | - |
NV Deventer Schouwburg | - | - | - |
NV Luchthaven Teuge | 489.857 | - | - |
Circulus BV | 15.882 | - | - |
Enexis Holding BV | 932.512 | 1.354.025 | - |
BNG Bank | 60.650 | - | - |
Totaal | 3.129.457 | 12.823.677 | 357.860 |
In de paragraaf Verbonden partijen wordt verder ingegaan op de financiële risico’s in relatie tot de verbonden partijen.
Meer informatie
Inzicht
Inzicht
In het BBV worden diverse kengetallen voorgeschreven. De kengetallen zijn voornamelijk bedoeld om de financiële positie inzichtelijker en tussen gemeenten vergelijkbaar te maken. De onderstaande meerjarenbalans voor de jaren 2026 – 2029 vormt de basis voor een aantal van deze kengetallen.
Geprognosticeerde balans
In het BBV is een geprognosticeerde balans voorgeschreven. De geprognosticeerde balans biedt inzicht in de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente.
(bedragen x €1.000) | |||||||||||
Activa | 1-1-2026 | 31-12-2026 | 31-12-2027 | 31-12-2028 | 31-12-2029 | Passiva | 1-1-2026 | 31-12-2026 | 31-12-2027 | 31-12-2028 | 31-12-2029 |
Vaste activa | Vaste passiva | ||||||||||
Immateriële | 2.552 | 2.475 | 2.398 | 2.320 | 2.241 | Eigen vermogen | 203.538 | 195.369 | 197.517 | 197.434 | 170.481 |
Materiële | 371.945 | 404.631 | 442.893 | 453.755 | 455.393 | Voorzieningen | 14.128 | 12.327 | 17.502 | 17.493 | 17.485 |
Financiële | 20.405 | 19.669 | 18.980 | 18.272 | 17.544 | Vaste schulden (>1jaar) | 129.162 | 117.319 | 142.628 | 158.474 | 166.101 |
Totaal vaste activa | 394.902 | 426.775 | 464.271 | 474.347 | 475.178 | 346.828 | 325.015 | 357.647 | 373.401 | 354.067 | |
Vlottende activa | Vlottende passiva | ||||||||||
Voorraden | 24.126 | 18.037 | 11.224 | 6.305 | 6.256 | Vlottende schulden (<1jr) | 86.715 | 107.803 | 105.854 | 95.257 | 115.375 |
Vorderingen | 67.833 | 41.324 | 41.324 | 41.324 | 41.325 | Overlopende passiva | 98.468 | 98.468 | 98.468 | 98.468 | 98.468 |
Liquide middelen | 2.402 | 2.402 | 2.402 | 2.402 | 2.402 | ||||||
Overlopende activa | 42.748 | 42.748 | 42.748 | 42.748 | 42.748 | ||||||
Totaal vlottende activa | 137.109 | 104.511 | 97.698 | 92.779 | 92.731 | Totaal vlottende passiva | 185.183 | 206.271 | 204.322 | 193.725 | 213.843 |
Balanstotaal activa | 532.011 | 531.286 | 561.969 | 567.126 | 567.909 | Balanstotaal passiva | 532.011 | 531.286 | 561.969 | 567.126 | 567.909 |
De opgestelde geprognosticeerde balans gaat net als de meerjarenbegroting over de jaren 2026-2029. Met het maken van een balansprognose wordt in feite een reële schatting gemaakt van verschillende balansposten op basis van de balans gepresenteerd bij de jaarrekening 2024, de verwachte investeringen en de lopende aflossingsverplichtingen. Aan de hand van deze gegevens wordt in een geprognosticeerde balans inzicht gegeven in de ontwikkeling van de balansposten: vaste en vlottende activa, vreemd en eigen vermogen.
Bij het opstellen van de meerjarenbalans is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten:
Vaste activa
Door verwachte investeringen en jaarlijkse afschrijvingen/aflossingen wijzigt het saldo van de vaste activa.
Vlottende activa
De vlottende activa daalt met name door de verwachte verkoop van gronden.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is gebaseerd op het (meerjarige) verloop van de reserves. Het saldo wijzigt door het realiseren van afgesproken prestaties.
Voorzieningen
De voorzieningen zijn gebaseerd op het (meerjarige) verloop van voorzieningen.
Schulden > 1 jaar
De schulden > 1 jaar zijn gebaseerd op de staat van opgenomen langlopende geldleningen. Het saldo muteert door het aantrekken van nieuwe leningen voor voorgenomen investeringen en jaarlijkse aflossingen van bestaande leningen.
Overige posten
De overige balansposten betreffen gegevens die zich moeilijk laten voorspellen. Voor deze posten wordt veelal de eindstand van de laatst vastgestelde jaarrekening doorgetrokken.
Kengetallen
De kengetallen en de meerjarenbalans geven een beeld van de financiële positie in de komende jaren. In onderstaande tabel zijn de uitkomsten van de kengetallen opgenomen met daaronder een korte toelichting. De financiële kengetallen zijn gebaseerd op de geprognosticeerde meerjarenbalans en gaan uit van de actuele begroting.
De meerjarige prognoses zijn gebaseerd op de balans per 31 december van het betreffende jaar.
Kengetal (in %) | B2025 | B2026 | B2027 | B2028 | B2029 | |
Netto schuldquote | 43 | 49 | 54 | 55 | 59 | |
Netto schuldquote gecorrigeerd | 39 | 45 | 50 | 52 | 56 | |
Solvabiliteitsratio EV/TV | 38 | 37 | 35 | 35 | 30 | |
Structurele exploitatieruimte | 3,59 | 0,63 | 0,37 | 0,06 | 0,28 | |
Grondexploitatie | 4 | 3 | 1 | 0 | 0 | |
Belastingcapaciteit | 98 | 97 | 97 | 97 | 97 |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft de verhouding weer van de schuldenlast ten opzichte van de jaarlijkse inkomsten in de begroting.
Netto schuldquote = Netto schuld : Totale inkomsten (exclusief mutatie reserves)
Een netto schuldquote hoger dan 130 is voor een gemeente niet gunstig. De gemeente heeft in dat geval een zeer hoge schuldpositie en doet er goed aan om de schulden af te bouwen en daarmee de financiële positie te verbeteren. Dit betekent concreet een terughoudend investeringsbeleid met geleende middelen en het afbouwen van voorraden bouwgrond. Bij een percentage tussen 100 en 130 geldt dat voorzichtigheid is geboden.
In 2026 is de schuldquote van Deventer hoger dan in 2025, maar ruim onder de signaleringsgrens. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Het hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die middelen vervolgens zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om dit effect voor de beoordeling te corrigeren volgt hieronder de netto schuldquote exclusief leningen door verstrekt aan derden.
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)
De hoogte van de schuld wordt ook bepaald door de leningen die Deventer door verstrekt aan derden. De rente en aflossing op deze leningen drukt niet op de begroting en financieringsbehoefte van de gemeente. Wel wordt over deze leningen risico gelopen. Wanneer het vorig kengetal met deze verstrekte leningen aan derden wordt gecorrigeerd is de uitkomst lager, die de belasting voor de gemeente beter weergeeft.
Netto schuldquote = Netto schuld (exclusief leningen aan derden) : Totale inkomsten (exclusief mutatie reserves)
In 2026 is de schuldquote van Deventer hoger dan in 2025, maar ruim onder de signaleringsgrens.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de bezittingen op de balans zijn gefinancierd met eigen vermogen en in hoeverre Deventer in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de uitkomst van de ratio, hoe groter de weerbaarheid.
Solvabiliteitsratio = Totaal eigen vermogen : Totaal van de balans
Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen gegeven voor uitkomsten die wijzen op een ‘gezonde’ solvabiliteit.
Vergeleken met 2025 in de solvabiliteit licht gedaald door inzet van reserves. De solvabiliteit kan worden verbeterd door de omvang van de reserves (eigen vermogen) te verhogen of door minder te investeren waardoor de financieringsbehoefte lager wordt en daardoor minder wordt geleend.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Het geeft inzicht in welke mate de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten. Een positieve uitkomst betekent dat er structureel voldoende baten zijn om de lasten te dekken. Over het algemeen geldt als richtlijn; hoe hoger de uitkomst des te gunstiger dit is voor Deventer.
Grondexploitatie
Grondexploitatie = Bouwgrond in exploitatie (BIE) : Totale inkomsten
De grondexploitaties (voorraad bouwgronden) kunnen een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Wanneer een gemeente leningen heeft afgesloten om grond te kopen voor (toekomstige) projecten is dit een schuldpositie. Van belang is om te weten of deze schuld kan worden afgelost uit de opbrengsten van de verkoop van de bouwgronden (kavels). Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) opbrengsten (baten). Vergeleken met 2025 is er een dalende lijn zichtbaar.
Belastingcapaciteit
Belastingcapaciteit = Totale woonlasten : Gemiddelde woonlasten landelijk
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Voor het bepalen van de ruimte is een ijkpunt nodig. In dit geval wordt als ijkpunt gekeken naar de landelijk gemiddelde tarieven. Er is geen maximum gesteld aan de belastingopbrengsten dus betreffen de gemiddelde tarieven slechts een indicator. Hoe verhoudt de eigen belastingdruk zich tegenover het landelijk gemiddelde van alle gemeenten.
Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. In 2026 daalt de belastingcapaciteit doordat de woonlasten in Deventer minder stijgen dan het landelijk gemiddelde. De uitkomsten vanaf 2026 zijn geëxtrapoleerd, omdat landelijke cijfers voor die jaren niet bekend zijn.
Conclusie
De gemeente is financieel gezond. Dit blijkt uit het feit dat een reëel structureel sluitende begroting wordt gepresenteerd met structurele exploitatieruimte. Wel zien we dat de structurele exploitatieruimte afneemt ten opzichte van de begroting 2025. Dit komt omdat we in deze begroting meer structurele ruimte hebben moeten inzetten door onder andere de inzet van stelposten om de begroting sluitend te krijgen. Met betrekking tot de belastingdruk zitten we net onder het landelijk gemiddelde. De ratio’s die betrekking hebben op de schuldpositie en grondexploitatie geven geen aanleiding om het financiële beleid bij te stellen.