Beleidskader

De kwaliteitstoestand van de openbare ruimte heeft in Deventer veel aandacht van de inwoners en het bestuur. Dit is niet vreemd aangezien de kwaliteitstoestand van deze ruimte, de functionaliteit, de beleving, het gedrag en het veiligheidsgevoel van de gebruikers/bewoners sterk beïnvloedt. De beleving van de burgers wordt tweejaarlijks onderzocht met de leefbaarheidsmonitor. Binnen dit onderzoek is een specifieke indicator opgenomen voor verloedering van de fysieke ruimte, die direct beïnvloed wordt door de staat van onderhoud. In de programmabegroting hebben wij verschillende beoogde maatschappelijke effecten gesteld, die onder andere betrekking hebben op het belevingsaspect.  

Het basis onderhoudskwaliteitsniveau is de minimale kwaliteit die wij als gemeente de inwoners willen bieden. Waar mogelijk maken we gebruik van de beeld meetlatten die het CROW heeft ontwikkeld (landelijke systematiek). Deze kwaliteitsniveaus variëren van zeer hoog (A+) tot zeer laag (D). Deventer baseert de basiskwaliteit op 4 criteria:  

  1. Minimale technische of wettelijke eisen;  
  1. Kapitaalvernietigingsniveau;  
  1. Leefbaarheid;  
  1. Functionaliteit.  

De basiskwaliteit is vastgelegd in het ‘Uitvoeringsprogramma visie Leefomgeving’ dat is september 2016 door het college vastgesteld.  Om hieraan te voldoen worden diverse tools ingezet waarvan de belangrijkste zijn, het calamiteitenonderhoud, het regulier verzorgend en klein onderhoud en het groot onderhoud volgens het periodiek vast te stellen Meerjarig Onderhoudsprogramma (MJOP). Maar al deze onderhoudsinspanningen kunnen uiteindelijk niet voorkomen dat er objecten (kapitaalgoederen) het einde van hun levensduur bereiken en vervangen moeten worden. 
Op de basiskwaliteit kan een plus worden gezet door de samenleving door participatief onderhoud, dan wel door aanvullend (eenmalig) gemeentelijk budget.

Nota Kapitaalgoederen

Om de hele cyclus van onderhoud tot vervanging technisch en financieel goed in beeld te brengen is de nota kapitaalgoederen opgesteld. Deze is in mei 2023 aan de raad gepresenteerd. Bij de behandeling van de voorjaarsnota 2023, 2024 zijn middelen toegevoegd en ook in deze programmabegroting zijn vanuit de perspectiefnota 2026-2029 voor de komende jaren structureel aanvullende middelen opgenomen.

De waarde van de openbare ruimte in Deventer bedraagt circa €1,6 miljard. Deze openbare ruimte is voor een groot deel aangelegd met eenmalige middelen (grondexploitaties bij nieuwbouw en subsidies). Er zijn daarbij geen middelen gereserveerd om bij einde levensduur deze openbare ruimte te kunnen vervangen. Op enig moment bereikt deze openbare ruimte, of delen daarvan, onvermijdelijk het einde van haar levensduur en zal dus vervangen moeten worden. Dat betekent logischerwijs dat bij einde levensduur altijd nieuwe middelen gevonden moeten worden om vervanging te kunnen dekken. Periodiek zal dus gekeken moeten worden of de middelen die voor vervanging gereserveerd zijn nog aansluiten bij de opgave. Dat heeft in 2023 zijn beslag gekregen in de vorm van een nota kapitaalgoederen (NKG). De methodiek van het activeren/kapitaliseren van de producten in de openbare ruimte is daarmee bestuurlijk besloten en geaccepteerd. Na structurele ophogingen in 2024 en 2025 is in de PPN 2026-2029 opgenomen om jaarlijks extra €525.000 cumulatief extra toe te voegen, oplopend tot €2.100.000 in 2029. Dit is in deze programmabegroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029 verwerkt.

Areaalaccres

In 2024 is door de raad besloten (raadsvoorstel 2023-726) tot een andere wijze van toekennen van areaalaccres en zijn hier ook meerjarig aanvullende middelen voor begroot in de meerjarenbegroting. De toekenning is gekoppeld aan de concrete realisatie van het aantal nieuw gebouwde woningen.

Taakveld 2.1 verkeer en vervoer

Straten, wegen en pleinen

In 2026 wordt bijna 5,6 miljoen m2 areaal aan straten, wegen en pleinen beheerd. De middellange termijn vervangingsopgave is in de nota kapitaalgoederen (NKG) in beeld gebracht. In deze NKG wordt ook de onderhoudsopgave afgezet tegen het beschikbare budget. Het beleid is erop gericht om de planning en de financiële dekking zoveel mogelijk af te stemmen op infrastructurele ontwikkelingen (herstructurering en aanpassingen in het kader van de hoofdwegenstructuur) die onder andere programma’s plaatsvinden. Als voorbeeld kan de uitvoering van groot onderhoud in het Oranjekwartier worden genoemd dat aansluit bij de woningbouwontwikkeling in deze buurt.  
Het hele jaar wordt ingezet op het voorkomen van onveilige situaties door het plegen van calamiteitenonderhoud dat vaak door meldingen van onze inwoners gevoed wordt of door inspectie/waarneming van de wijkenbeheerders.  

Straatreiniging

Om ervoor te zorgen dat onze openbare ruimte schoon blijft is besloten het schoonhouden ook bij één verbonden partij onder te brengen. Door dit niet langer meer bij twee partijen onder te brengen ontstaat minder efficiency- en resultaatsverschil tussen de inspanningen van beide partijen. De verwachting is dat we dit kunnen invoeren vanaf januari 2026.    

Civieltechnische kunstwerken en haven gebonden constructies

De vervangingsopgave en de onderhoudsopgave is via de NKG in beeld gebracht. Het blijkt dat de beschikbare middelen onvoldoende zijn om de gehele opgave in te vullen. Met de aanvulling vanuit de perspectiefnota verandert dit beeld. In 2026 wordt de opgave wederom gematched met de beschikbare middelen. Van 2021 t/m 2025 is een bestek voor groot onderhoud gerealiseerd. In 2026 wordt bezien hoe vanaf 2026 het groot onderhoud het best in de markt gezet kan worden. Er zijn onderhoudscontracten met Het Groenbedrijf en Circulus om het hele jaar door klein en verzorgend onderhoud te plegen. Het onderhoudsbeleid is erop gericht de objecten zo te onderhouden dat de betrouwbaarheid van het functioneren van de infrastructuur voldoende is.  

Openbare verlichting

Het gehele klein en verzorgend onderhoud is ondergebracht in een meerjarig onderhoudsbestek dat eens per 4 jaar op de markt wordt gebracht. In 2024 is een nieuwe onderhoudspartij gecontracteerd. Het bestek voorziet er in dat minimaal 98% van de verlichting in de hele gemeente altijd functioneert. Het onderhoud zal ook in 2026 conform het vastgestelde uitvoeringskader plaatsvinden.  

Jaarlijks wordt een deel van de openbare verlichting vervangen. Dat gebeurt tegenwoordig altijd met ledverlichting. Inmiddels bestaat bijna 30 % van de openbare verlichting uit ledverlichting. De transformatie naar ledverlichting verloopt tot heden relatief langzaam door de lange levensduren die gehanteerd worden. Ontwikkelingen op het gebied van 5G en laadinfrastructuur kunnen er voor gaan zorgen dat het areaal aan openbare verlichting in de nabije toekomst aanvullende functies kan krijgen. In de nieuwe Telecommunicatiewet is geregeld dat gemeenten dienen te gedogen dat 5G antennes ondergebracht moeten kunnen worden in gemeentelijke infrastructuur. Een lichtmasten is voor de gemeente een preferente plek. Ook is het mogelijk om de verlichting te combineren met laadinfrastructuur. Deze nieuwe mogelijkheden kunnen verdienpotentieel opleveren die ingezet kan worden voor versneld verduurzamen/verledden van de openbare verlichting.  Hier wordt een bedrijfsplan voor ontwikkeld. De financiering, dekking en vervangingssystematiek zal daarin aan de orde komen.

Verkeer en bereikbaarheid

Na de herijking van onze hoofdwegstructuur is de verwachting dat in de komende jaren op diverse manieren weer geïnvesteerd gaat worden in de hoofdwegenstructuur. Door middel van de programmering MJOP-MIND wordt o.a. ook gestuurd op de verkeersveiligheid, doorstroming en duurzame mobiliteit. De komende jaren worden weer diverse verkeersongevalconcentratie (VOC)-locaties aangepakt op enkele kruisingen en rotondes in ons hoofdwegennet. Daarnaast blijven we doorgaan met het verbeteren van ons fietsnetwerk waardoor mensen nog meer gestimuleerd worden om te kiezen voor een duurzamer en gezonder vervoermiddel als de fiets. STOMP is het ontwerpen met de menselijke maat. In het proces kijken ontwerpers eerst naar Stappen, vervolgens naar Trappen, Openbaar Vervoer, Mobility as a Service (MaaS) en tot slot naar de Particuliere auto. Door STOMP consequent toe te passen, krijgen de kwetsbare en actieve verkeersdeelnemers een ruimere en prominentere plek op straat. Het STOMP-principe is ons uitgangspunt en de verwachting is dat er in de komende jaren omvorming gaat plaatsvinden van 50km naar 30km wegen binnen Deventer.  

Taakveld 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie

Groen, natuur en recreatie

Het zwaartepunt bij openbaar groen ligt bij het dagelijks onderhoud. De openbare ruimte wordt onderhouden in lijn met de in de Visie Leefomgeving vastgestelde niveaus. Ten aanzien van bomen geldt dat er een inspectie en onderhoudscyclus wordt gehanteerd van 3 jaar. Bomen worden op basis van de inspectie gesnoeid indien noodzakelijk. De werkzaamheden worden uitgevoerd door Het Groenbedrijf binnen de kaders van een vastgestelde dienstverleningsovereenkomst en de bijbehorende onderhoudsbestekken. Naast het reguliere beheer en onderhoud wordt eveneens ingezet op het ‘vergroenen’ van de gemeente daar waar dit technisch en financieel mogelijk is. Dit gebeurt voor het merendeel bij nieuwe projecten c.q. ontwikkelingen en bij MJOP-projecten.  

Openbare speelgelegenheden

In 2023 is het nieuwe speelbeleidsplan ‘Spelen, bewegen en ontmoeten’ vastgesteld. In het kader van dit speelbeleidsplan zijn zes concrete ambities geformuleerd: centrale, kwalitatief goede speelplekken op loopafstand, diversiteit, inclusiviteit, een beweegvriendelijke omgeving voor jong en oud, klimaatbestendigheid en participatie. In het kader van dit beleidsplan worden in 2026 diverse speelplekken aangepakt.  

Taakveld 7.2 Riolering

Het beleid voor riolering en waterbeheer ligt vast in het gemeentelijk rioleringsprogramma (GRP) 2023-2026. In het GRP zijn doelen opgenomen die het functioneren van het gehele stelsel moeten garanderen. Het GRP is zo opgesteld dat het kan functioneren als een uitvoeringsprogramma onder de Omgevingswet. Voor 2026 zijn er geen aanwijzingen dat de kwaliteit van het onderhoudsniveau zal afwijken van hetgeen in het GRP is vastgelegd. Er wordt gewerkt met een jaarplanning waarin alle onderhoudsmaatregelen gepland zijn die noodzakelijk zijn aan de riolering en het afwateringssysteem. Het klein en verzorgend onderhoud aan rioolgemalen, pompputten en bergbezinkbassins is ondergebracht in meerjarige onderhoudsbestekken die eens per 4 jaar op de markt worden gebracht.  

Naast het GRP is het vastgestelde klimaatadaptatieprogramma van groot belang. Hierin is aangegeven, en door de raad onderschreven, dat openbare ruimte, die grootschalig aangepakt wordt, in principe zodanig wordt aangepast dat deze klaar is voor het opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering (klimaatadaptief). Een groot deel van de opgave uit het klimaatadaptatieprogramma ziet op het oplossen van het probleem van veel neerslag. De investeringen die voortkomen aan het aanpassen van de openbare ruimte voor dit doel wordt verrekend via het product riolering en waterhuishouding en daarmee via de rioolheffing. In 2026 wordt een voorstel tot aanpassing van de gemeentelijke verordening uitgewerkt en aangeboden aan de raad zodat deze beter aansluit op deze opgave.
In 2026 en verder zal het beheer van de riolering en de waterhuishouding zodanig worden uitgevoerd, dat de openbare ruimte, waarin de riolering zich bevindt, kan worden onderhouden op de vastgestelde onderhoudskwaliteitsniveaus. De investeringsbehoefte wordt geprogrammeerd via het MJOP-MIND. De kapitaallasten die uit deze investeringen voortkomen worden opgenomen in de exploitatiebegroting. De kosten uit de exploitatiebegroting worden 100% gedekt via de rioolheffing.