De gezamenlijke kosten voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing vormen de woonlasten. De woonlasten worden bepaald aan de hand van de waarde van een woning en het type gebruiker.
De tariefaanpassingen 2026 leiden voor wat betreft de belangrijkste belastingen tot het volgende beeld van de woonlasten van een gemiddeld huishouden:
(bedragen x €1) | ||
Belasting/heffing | Bedrag 2025 | Bedrag 2026 |
Afvalstoffenheffing¹ | 285,18 | 302,00 |
Rioolheffing | 197,76 | 207,00 |
Woonlasten gebruiker (sub-totaal) | 482,94 | 509,00 |
OZB woning² | 389,20 | 401,41 |
Woonlasten gebruiker/eigenaar (totaal) | 872,14 | 910,41 |
¹) Dit betreft het tarief voor de ‘modelaanslag’ van het basistarief met het gemiddeld aantal (6) ledigingen. Per huishouden kan het tarief verschillen, afhankelijk van het aantal aanbiedingen per jaar. Na afloop van het jaar worden de daadwerkelijke ledigingen opgelegd. Hoe minder afval, hoe lager de aanslag. | ||
2) Dit betreft de OZB-lasten berekend op basis van de gemiddelde woningwaarde in 2025/2026. |