Doelen en prestaties

Verkoopplannen

Binnen het Niet-kernbezit zullen de komende jaren gebouwen verkocht gaan worden. De gebouwen welke zijn aangemerkt als strategisch vastgoed hebben echter geen financiële invloed op de vastgoedbegroting; de verkoop hiervan vindt plaats binnen de grondexploitatie wat onder programma Herstructurering en Vastgoed valt. Van de 30 gebouwen aangemerkt als overig vastgoed zijn er 10 die verkocht zullen worden, waarvan 5 naar verwachting in 2026. De 20 resterende gebouwen worden vooralsnog in stand gehouden of er wordt onderzoek gedaan naar het toekomstperspectief. De vastgoedstrategie moet nog nader bepaald gaan worden.  

Verduurzaming

De grootste opgave voor de verduurzaming van het gemeentelijke vastgoed ligt in de periode tot en met 2030. Om de doelstelling van 55% CO reductie in 2030 te realiseren is een investering van bruto €69,5 miljoen bruto nodig. Dat is netto €48,7 miljoen, omdat een deel van de investering gedekt kan worden uit het budget planmatig onderhoud en deels uit de energiebesparing door afspraken te maken met huurders. Ongeveer 70% van de bruto investering is dus onrendabel. In de portefeuillestrategie is aangegeven volgens welke financiële spelregels wij de verduurzaming willen realiseren. De feitelijke dekking voor de financiële consequenties gebeurt via afzonderlijke besluiten, zoals bijvoorbeeld de voorjaarsnota en de reguliere P&C cyclus. Van het onrendabele deel is een deel reeds gedekt; in de begroting 2026 is ruim €6 miljoen eenmalig en circa €300.000 structureel beschikbaar. De resterende benodigde dekking bedraagt daarmee €36,8 miljoen; dat is structureel 2,55 miljoen. Per jaar is een investering van oplopend naar ruim €6 miljoen netto nodig, dat leidt tot een structurele kapitaallast van €2,55 miljoen in 2031. In het investeringsprogramma zijn de investeringen en de dekkingsbehoefte in meerjarig perspectief weergegeven en zijn verschillende gebouwen geprioriteerd. Van deze gebouwen zijn in 2025 de eerste maatregelen aan drie gebouwen uitgevoerd. In 2026 verwachten wij voor 5 gebouwen de investeringsvoorstellen ter besluitvorming voor te leggen en de uitvoering te starten.

Onderhoudsniveau

In de kadernota vastgoed is vastgelegd dat onze gebouwen worden geïnspecteerd op basis van de NEN 2767-methodiek. Op basis van de inspectie wordt het Meer Jaren Onderhoudsplan (MJOP) opgesteld. Deze methodiek gaat uit van een conditiescore van 1 tot 6, waarbij 1 uitstekend is en 6 zeer slecht. Uitgangspunt voor het kernbezit is een minimale conditiescore van 3 voor ieder bouwelement. Op dit moment worden de inspecties en conditiescores conform deze uniforme systematiek geactualiseerd met het doel om de effecten hiervan voor de MJOP’s vanaf 2026 en verder te beeld te kunnen brengen. Voor gebouwen die niet tot het kernbezit behoren, hanteren wij veiligheid, bruikbaarheid en waardebehoud als minimumniveau.