Actuele beleidscontext


De lijn van opgroeien in Deventer is die van Wieg naar Werk. Het uitgangspunt ‘het normale leven versterken’, de 10 beschermende factoren van het Nederlands Jeugd Instituut en goede schoolgebouwen staan hierin centraal. Ouders, maatschappelijke partners in kinderopvang, welzijn, jeugdhulp, (jeugdgezondheids)zorg, sport en onderwijsprofessionals helpen kinderen en jongeren met opgroeien. Daarnaast is er ook aandacht voor het bieden van ondersteuning via onze toegang aan alle jeugdigen die het (even) niet op eigen kracht of met hun omgeving kunnen redden. We bieden daarbij jeugdhulp als vangnet voor gezinnen met jeugdigen die (tijdelijk) niet mee kunnen doen. In 2026 zal gewerkt worden volgens het nieuwe beleidskader Van wieg naar werk 6.0 en het integraal huisvestingsplan onderwijs 2024-2040.

Belangrijke aandachtspunten in 2026

Deventer kent al jaren een doorgaande lijn in het beleid. Veel activiteiten die we voorgaande jaren zijn gestart lopen ook in 2026 door in lijn met de beleidsvisie en het bestuursakkoord Dichtbij, Betrokken & Bevlogen. Belangrijke aandachtspunten in het beleid zijn:

  • Werken vanuit de gedachte van 1 huishouden, 1 plan, 1 contactpersoon.
  • Versterken en verdiepen van de samenwerking met onze partners in het onderwijs, GGD, welzijnsorganisaties en zorg. Daarin werken we aan het verder ontwikkelen van de basisvoorzieningen en algemene voorzieningen zoals bijvoorbeeld het kinderwerk, jongerenwerk en VVE;
  • Medewerkers van Team Toegang Jeugd sluiten nog meer aan op de leefwereld van jongeren en hun ouders en werken daarin nauw samen met andere professionals in het normale leven;
  • We verbeteren de samenwerking van de jeugdnetwerken in de wijk met de Voor Elkaar-teams en andere partijen;
  • We intensiveren de samenwerking met het onderwijs en realiseren ook een betere aansluiting tussen het onderwijs en de zorg en arbeidsmarkt. We werken aan de Human Capital Agenda, met daarin concrete acties om de arbeidsmarktpositie van jongeren te versterken;
  • Vanuit het programma zal een bijdrage geleverd worden aan het binden van scholieren en studenten aan de stad (zowel mbo als hbo). Jongeren dragen bij aan de leefbaarheid, sterke economie en een goed functionerende arbeidsmarkt

Preventie en ondersteuning

Primair ligt de verantwoordelijkheid voor preventie bij de inwoners c.q. jeugdigen/ouders/verzorgers zelf. Landelijk, bijvoorbeeld in de hervormingsagenda, is er veel aandacht voor het versterken van de pedagogische basis. Als mensen er niet uitkomen op basis van eigen kracht dragen we zorg voor ondersteuning. Door de inzet van Brugfunctionarissen in gemeentelijke dienst op 5 basisscholen worden ouders ondersteund bij het neerzetten van de juiste pedagogische basis. De Brugfunctionaris bespreekt wat er nodig is en leidt ouders toe naar de beschikbare voorzieningen zodat de opvoedomgeving voor het kind wordt verbeterd.

Dit is een van de voorbeelden hoe het professionele veld is ingericht om vroegtijdig problemen te signaleren. Daarmee kan sneller en effectiever ondersteuning worden geboden ‘in het normale leven’: thuis, in de buurt, op school. We willen hierbij ondersteuning en zorg zoveel mogelijk integraal, samenhangend, dicht bij huis en dicht bij de leefwereld van jeugdigen organiseren, aansluitend op hun eigen kracht. Zo kort als mogelijk, zo lang als noodzakelijk.

Kansrijke start voor elk kind

Zo gaan we verder met het werken aan een kansrijke start voor elk kind: de eerste 1000 levensdagen zijn bepalend voor een goede start. Daarnaast gaan we in 2026 verder met de (extra) activiteiten na school (landelijk programma school en omgeving) en extra aandacht geven aan het terugdringen van middelengebruik op scholen. We werken door aan het opzetten van een regionale ketenaanpak samen met Salland Zorgverzekeringen en de gemeenten Olst-Wijhe, Raalte en Voorst.

Toegang beter en slimmer inrichten

We blijven aandacht houden voor een goede en toegankelijke toegang (zorg, jeugd en werk). We geven professionals hierin de ruimte en het vertrouwen om te handelen. De volgende aandachtspunten zijn geformuleerd:

  • Uitvoeren van een interventieaanpak rondom vechtscheidingen;
  • Inzet op thuisloze jongeren en een soepele overgang tussen de jeugdwet en Wmo (18-/18+);
  • Regie met doorzettingsmacht in situaties waarin veel hulpverlener actief zijn;
  • We versterken de samenwerking met huis- en jeugdartsen en gecertificeerde instellingen (GI's);
  • We versterken en verdiepen de samenwerking met het onderwijs;
  • Vanuit de nieuwe situatie dat de medewerkers van Team Toegang Jeugd in dienst zijn bij de gemeente versterken we de samenwerking tussen de 3 toegangen voor jeugdigen/jongeren (Voor Elkaar-teams, Team Toegang Jeugd en jongerenloket);
  • We versterken de rol van leerplicht, het doorstroompunt en het jongerenloket en de samenwerking met andere partijen (onderwijs, arbeidsmarkt en zorg). We gaan werken aan het nog verder terugdringen van voortijdige schoolverlaters en thuiszitters;
  • De wachttijden in de jeugd ggz willen we reduceren in de samenwerking met diverse partijen in het ecosysteem mentale gezondheid (o.a. ggz aanbieders, huisartsen, welzijn, vriendendiensten/zelfregie centrum).

Begrotingsoptimalisatie Jeugd

Bij de Perspectiefnota 2026 is een begrotingsoptimalisatie voorgesteld bij jeugd welke oploopt tot €3,1 miljoen vanaf 2028. Deze optimalisatie heeft betrekking op onderstaande 3 punten.

Aandacht voor derde verwijzers.
De ambitie is om meer grip te krijgen op de derde verwijzers en hierdoor de juiste zorg te bieden. Dit begint met een sterke lokale toegang, waardoor meer aandacht is voor derde verwijzers. Door nog intensievere samenwerking waaronder structureel overleg, casuïstiek tafels, met de zogenaamde derde verwijzers wordt gekeken naar kwalitatief, duurzame, passende inzet. Getracht wordt hierdoor het aantal verwijzingen door deze verwijzers en de jeugdhulpkosten omlaag te brengen.

Jeugd: inzet van jeugdhulp
Hierbij is aandacht voor de verklarende analyse, waarmee de ambitie wordt ondersteund om ieder kind een passende plek en thuissituatie te bieden en het beperken van de duur van het verblijf. Hierdoor verwachten we op termijn een voordeel bij de budgetten van jeugdhulp met verblijf regionaal. Ook hiervoor is een sterke lokale toegang noodzakelijk, waardoor meer aandacht is voor de inzet van zorg.

Overig
Tevens onderdeel van het plan van aanpak besparingsmogelijkheden is het kritisch kijken naar en sturen op de structurele inzet vanuit de reguliere middelen in het voorliggende veld (preventie, maatwerk GGD, subsidieregelingen en jongerenwerk). Daarnaast is een belangrijk onderdeel het op orde brengen van de data. Zodat we in 2026 kunnen gaan werken aan het meetbaar maken van kritische prestatie indicatoren. Hierdoor komt beter inzicht en sturing op het proces van melding, aanvraag en beschikking (waarmee doen we recht aan de raadsmotie van de VVD, 6 november 2024) en de resultaten van de besparingsmogelijkheden. Ook zal gekeken worden of inzet vanuit de Wet Langdurige Zorg (WLZ) in sommige gevallen niet passender is.

Jeugdhulp regionaal

In 2026 wordt een nieuwe regiovisie vastgesteld. Belangrijke thema's uit de vorige regiovisie blijven van kracht en zullen samen met gemeenten, aanbieders, ouders en jeugdigen verdere uitwerking krijgen. Het zal gaan om thema's als wachtlijsten, beheersen van de kosten en samenwerking op bovenregionale thema’s als de om- en afbouw van 3-milieusvoorzieningen en JeugdzorgPlus-locaties.

Brede Onderwijsagenda

We leveren een bijdrage aan de ontwikkeling van een Brede Onderwijsagenda samen met onderwijs (PO/VO/MBO/HBO), jeugdhulpaanbieders, welzijnspartners, samenwerkingsverbanden, kinderopvang en jeugdgezondheidszorg waarbij de focus ligt op thema’s als meer samenwerking, versterken pedagogisch klimaat, preventie armoede en bevorderen mentale gezondheid.

Huisvesting onderwijs, IHP

In 2024 is het integraal huisvestingsplan vastgesteld. Deze visie geeft richting hoe we samen werken aan goede en toekomstbestendige schoolgebouwen die eraan bijdragen dat de jeugd in Deventer zich optimaal kan ontwikkelen. Met het IHP lopen we vooruit op de nieuwe wet “planmatige en doelmatige aanpak onderwijshuisvesting” waarvan de beoogde ingangsdatum 1 augustus 2025 was en nog niet van kracht is. De visie kent vijf pijlers:

  1. Goed en passend schoolgebouw voor ieder kind en iedere jongere, liefst in eigen wijk of dorp
  2. Elke school is ook een kansrijke ontmoetingsplek
  3. Schoolgebouwen maken het onderwijs van nu en morgen mogelijk
  4. Gezonde en duurzame schoolgebouwen
  5. Gemeente en schoolbesturen werken slim samen.

Ook in 2026 wordt uitvoering gegeven aan het integraal huisvestingsplan (IHP2024-2040). Onder andere met de planvorming rondom onderwijshuisvesting in de centrumschil, Keizerslanden, Arkelstein/ De Linde vso en Zwaluwenburg.
In 2026 wordt de oplevering verwacht van: Marke Zuid, VSO Deventer, Sancta Maria in Lettele en de Rythmeen. Daarnaast zal in samenwerking met de schoolbesturen groot onderhoud plaatsvinden aan het Andriessenplein en Kei13.

Voor het jaarprogramma onderwijshuisvesting 2026 zijn aanvragen ingediend en in behandeling. Deze aanvragen leiden eind 2025 tot een kredietaanvraag bij de raad samen met investeringsaanvragen behorende binnen het IHP.

Oekraïners en nieuwkomers

Tot 1 augustus 2024 was het mogelijk om tijdelijke onderwijsvoorzieningen in te richten voor onderwijs aan leerlingen uit Oekraïne, in het schooljaar 2025/2026 worden de kinderen in principe opgevangen in het reguliere onderwijs. De Rijkskorting op het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) zullen we nauwlettend bij de betrokken partijen, met name bij de Tintaan en Sine Limite, volgen.

Extra Rijksmiddelen jeugdhulp

Al een aantal jaren is er landelijk veel discussie over de extra middelen die gemeenten nodig hebben voor de uitvoering van de jeugdhulp. Vanaf 2019 heeft het Rijk besloten gemeenten meermaals eenmalig te compenseren. Deze eenmalig middelen zijn in Deventer tot en met 2025 “geïnvesteerd” in preventie- en maatwerkprojecten en projecten gericht op de samenwerking met onderwijs en jeugdbeleid, volgens de lijn van het beleidskader van Wieg naar Werk en de daarin benoemde prioriteiten. Bij de Voorjaarsnota 2024 is besloten om ook vanaf 2026 structureel middelen voor deze preventieve activiteiten te reserveren.
Vanuit de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028 worden maatregelen genomen door het Rijk en gemeenten om de uitgaven aan jeugdhulp te beheersen. Via de meicircualire 2025 ontvangen gemeenten gedeeltelijk compensatie voor de tekorten in de jeugdhulp. Deze rijkscompensatie betreft de jaren 2026 en 2027 en omvat een bedrag van € 18 mln. Deze middelen worden in de begroting toegevoegd aan de algemene middelen. Bij de Perspectiefnota 2026-2029 was deze compensatie nog niet bekend. Het structurele tekort in Deventer op jeugdhulp van €9 miljoen is verwerkt in de Perspectiefnota. Daarbij wordt echter rekening gehouden met een optimalisatie om kosten te beheersen. Door middel van optimalisatiemaatregelen is de verwachting dat het tekort in Deventer met €1 mln in 2026, €2 mln in 2027 en vanaf 2028 met €3,1 miljoen structureel kan worden teruggebracht tot €5,9 mln.