Actuele beleidscontext

Transitievisie Warmte (aardgasvrij wonen en energiebesparing)

De TVW voor Deventer is vastgesteld in februari 2021 en geactualiseerd in juni 2023. Op dit moment wordt gewerkt aan het warmteprogramma, de opvolger van de transitievisie Warmte in de omgevingswet. De concrete uitwerking van de Warmtetransitie per buurt vindt plaats in Warmteplannen. De Warmteplannen voor Zandweerd, Bathmen, De Hoven en Colmschate zijn inmiddels vastgesteld en in uitvoering. De realisatie van het Slim Warmtenet Zandweerd is een apart programma. Bij het opstellen van de warmteplannen wordt een wijkaanpak gehanteerd. Daarbij worden de bewoners en de andere partners in de betreffende buurt nadrukkelijk betrokken en worden koppelkansen (verduurzaming woningbezit corporaties, sociaal, klimaatadoptie, ruimtelijke kwaliteit, MJOP, etc.) zoveel mogelijk benut. Jaarlijks willen wij één á twee nieuwe Warmteplan-trajecten opstarten. Het realiseren van het Slim Warmtenet Zandweerd, nieuwe collectieve warmte projecten (waaronder opschaling van de productie van groen gas) en het verduurzamen van de bestaande aardgas gestookte warmtenetten is onderdeel van de warmtetransitie.  

Faciliteren bewoners, betaalbaarheid en energiearmoede

In de energietransitie wordt veel gevraagd van bewoners, bedrijven en organisaties. De gemeente heeft hierbij een belangrijke faciliterende rol. Naast beschikbare regelingen vanuit o.a. het rijk en de provincie ontwikkelen wij aanvullend instrumentarium en specifieke regelingen om bewoners te helpen stappen te maken om fossielvrij en betaalbaar te wonen. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de aanpak van energiearmoede door het structureel verduurzamen van energie-onzuinige woningen. Dit wordt in afstemming met Werk en Inkomen opgepakt. Met het Deventer Isolatieprogramma, de VvE aanpak, de Energiecoaches van Deventer Energie, de Energieklussendienst en het Energieloket worden instrumenten en een werkwijze (door)ontwikkeld die we breed in de wijkaanpakken inzetten.

Klimaatverandering - Opwek duurzame energie

Deventer wil in 2030 212 GWh duurzame energie opwekken (Deventer Energievisie), met oorspronkelijk 30% wind en 70% zon. Door netcongestie en provinciale afspraken is de verhouding 70% wind en 30% zon. Op dit moment is ongeveer 49 GWh gerealiseerd (9 GWh wind, 40 GWh zon). Windpark A1 moet in 2032 80 GWh opleveren. Er blijft nog een gat van 60 GWh, dat vóór 2030 niet wordt gehaald. Ook daarna is extra inzet nodig. Als Deventer dit doel niet haalt, draagt het niet voldoende bij aan het landelijke Klimaatakkoord. De provincie kan dan extra sturing opleggen. Bovendien maakt te weinig lokale opwek het energiesysteem kwetsbaar en vergroot het de druk op het stroomnet.
Keuzes gaan over ruimte (waar en hoe opwekken), samenwerking (met o.a. energiecoöperaties en netbeheerders) en omgaan met netcongestie. De toekomst vraagt slimme oplossingen zoals lokale energiehubs. Regionale samenwerking blijft nodig, ondanks een Kamermotie om RES-regio’s af te schaffen. De provincie heeft in haar Energievisie onderzoek naar kernenergie als nieuwe bron opgenomen. Mocht Deventer als mogelijke locatie voor een Smal Modular Reactor (SMR) in beeld komen, vraagt dat veel voorbereiding. Het doel van 55% CO ₂ -reductie blijft hard. Vertraging betekent dat de opgave verschuift naar 2050 – en nog groter wordt.

Toekomstbestendige netinfrastructuur en energiebeschikbaarheid

In Deventer is volledige netcongestie voor zowel de afname als teruglevering van elektriciteit gemeld door Enexis voor grootverbruikersaansluitingen. Dit betekent dat er geen nieuwe aanvragen voor grootverbruikersaansluitingen gehonoreerd worden. Om de (terug)levering van elektriciteit goed te kunnen faciliteren moet de capaciteit van het elektriciteitsnetwerk (van hoogspanningsnet tot en met de wijken) structureel worden uitgebreid. De netbeheerders Tennet, Enexis en Liander zijn hiervoor verantwoordelijk. In overleg met de netbeheerders wordt daarbij zoveel mogelijk aangesloten bij de ruimtelijke ontwikkeling in Deventer. Gemeente faciliteert de netbeheerders optimaal zodat de verzwaring van het netwerkwerk niet langer duurt dan noodzakelijk. De vraagstukken rondom netcongestie zullen structureel zijn. Daarom is in een toekomstbestendige energievoorzieningen naast voldoende netcapaciteit, “slimme” netinfrastructuur essentieel. Daarmee kan worden gestuurd op vraag en aanbod, opslag en toepassing van alternatieve energiebronnen en -dragers. Dit vraagt om samenwerking tussen grote energiegebruikers en -opwekkers waarbij (elektrische) mobiliteit hierin een belangrijke rol speelt. Samen met onder andere het Deventer Economisch Perspectief (DEP) werken we aan energie HUB’s op bedrijventerreinen.

Leidende principes bij de realisatie

  • De energietransitie is een gedeelde verantwoordelijkheid van overheid, bedrijven, organisaties en inwoners.
  • Essentieel: samenwerking met alle partners binnen en buiten de gemeente.
  • Open staan voor en zoveel mogelijk meebewegen met initiatieven van inwoners, organisaties en bedrijven.
  • Uitvoerende en financiële verantwoordelijkheid durven nemen als de markt daar niet toe in staat blijkt.
  • Proactief volgen van nieuwe (technische, financiële en juridische) ontwikkelingen.
  • Proactief lobbyactiviteiten ondernemen om wetgeving in goede haven te brengen.
  • Accepteren van onzekerheden en durven experimenteren om de juiste route te ontdekken.